Terwijl de mannen zich op zaterdag met computerperikelen bezighielden, konden wij vrouwen de boodschappen doen en verder voor het eten zorgen. Een klassieke rolverdeling, maar hij ligt me wel. Op de markt werd het initiatief als snel van me overgenomen en werd ik eindelijk geinitieerd in de de Surinaamse keuken! Ingrediënten werden ingeslagen en thuis werd voor mijn ogen een heerlijke okersoep bereid voor de lunch. Dit soort recepten worden natuurlijk uit het hoofd gemaakt met behulp van hulplijnen in de vorm van tantes die de gerechten al hun hele leven maken. Omdat ik toch alleen maar hoefde te zitten en toe te kijken heb ik zo goed mogelijk geprobeerd de receptuur op te schrijven. Hierbij het verslag.
4 tomaten (in stukjes), 2 groene en 2 gele bakbananen (geschild en in grote stukken) en 1 à 2 uien (gesnipperd) in een pan met water koken. Ondertussen kook je het zoutvlees uit in water. Dit moet liefst twee keer. Na ongeveer 15 à 20 minuten voeg je van gehakt gedraaide balletjes, het zout vlees en de stelen van selderijblad toe. Je haalt nu de gare bananen eruit om ze te prakken en tot balletjes te draaien. Belangrijk is wel dat je de groene en gele bananen apart houdt en dus 2 soorten balletjes krijgt. Deze balletjes worden tomtom genoemd.
Wanneer de tomaten stuk gekookt zijn kan het vuur lager gezet worden en kan eventueel het water iets aangevuld worden.
Voeg de okers (gewassen, boven en onderkant afgesneden en in plakjes van ongeveer 1 à 1,5 cm) toe en haal het zoutvlees eruit om in stukjes te snijden en voeg ze weer bij de soep.
Voeg ongeveer 3 eetlepels gedroogde garnalen, 3 eetlepels pimentbollen en bouillonpoeder toe. Voeg een ongesneden hete peper toe en kook deze ongeveer 5 minuten mee. Let op dat hij niet kapot gaat!
Voeg tenslotte selderij en spinazie toe en na ongeveer 10 minuten is de soep klaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten