donderdag 23 februari 2012

Mijn laatste column in het clubblad van mijn hardloopvereniging


Gordon Ramsay, de wereldberoemde chefkok bekend van tv en voormalig profvoetballer, schijnt ’s avonds wanneer hij klaar is in zijn restaurant de loopschoenen aan te trekken om nog flink wat kilometers door de nacht te maken alvorens zijn bed op te zoeken. Michel Roux jr., een iets minder bekende chefkok, maar niettemin goed voor  Michelinsterren, liep al zeventien keer de marathon in Londen.
Ik vraag me wel eens af waar ze de energie vandaan halen, want het werk in een keuken is absoluut niet licht, maar begrijp aan de andere kant wel goed waarom iemand die de hele dag door eten omringd wordt op een gegeven moment iets aan sport zal moeten doen. Het beeld van een bolle kok, zoals de onlangs overleden Cas Spijkers, is stereotiep, maar niet echt iets om te ambiëren. Voor mij was de keuze om te gaan lopen dan ook logisch, want ik sta ook een groot deel van mijn tijd in de keuken en begin praktisch iedere ochtend met het bakken van muffins, en die zijn wel erg lekker wanneer ze net uit de oven komen… Zou ik niet lopen, dan zou ik vaker moeten nadenken over wat ik moet laten staan, echter wanneer ik meer wil gaan lopen, moet ik daar misschien toch ook weer wat vaker bij stil staan.

Eet zo min mogelijk vet. Denk om je koolhydraten. Drink niet teveel. Geboden en verboden lijken de realiteit voor de serieus trainende loper. Toch kan ik lekker eten en drinken maar moeilijk laten staan. In mijn laatste ronde tijdens de Oudejaarsloop een jaar terug heb ik misschien ook wel de keerzijde daarvan ondervonden. Een week in Frankrijk met vrienden werd iedere stevige wandeldag afgesloten met rijkelijke maaltijden met grote kaasplanken en veel wijn die goed smaakten na alle inspanning in de kou. Het zware eten leek zich tijdens de wedstrijd echter te wreken en een niet bepaald prettig buikgevoel te geven. Met veel pijn en moeite wist ik een behoorlijke tijd te lopen, maar dat was niet dankzij de laatste week voorbereiding!

Alhoewel deze ervaring rijker, ben ik toch selectief in wat ik leer over de combinatie eten en lopen. Michel Roux jr. schreef een kookboek ‘De marathon chef’ genaamd. Op de flap is te lezen: ‘Tijdens zijn training vermijdt hij de consumptie van rood vlees en dierlijke vetten, maar eet veel vruchten en groente, volop brood en wat chocolade, en drinkt een redelijke hoeveelheid wijn.’ Het boek is gevuld met heerlijke recepten die inspireren, maar wat bij mij vooral blijft hangen zijn de woorden chocolade en wijn (in redelijke hoeveelheid!). Ook de dag voor de wedstrijd drinkt hij nog een paar glazen wijn, als die maar goed is, zo zegt hij. En ook in een ander boek over een hardloper met verschillende records op zijn naam, las ik dat hij áltijd rode wijn dronk de avond voor een wedstrijd. Dat ik dat heb onthouden, en verder al zijn tips die in het boek stonden ben vergeten, geeft maar weer aan hoe hopeloos selectief ik alleen dat lees wat me uitkomt. Want ik kan dan wel denken ‘Als zij het zo kunnen, waarom ik dan niet’, maar die gedachte vertoont natuurlijk nogal wat gebreken. Ik ben namelijk ook geen sterrenchef, en zal dat ook zeker nooit worden. Dus of ik een goede (bijna) alles etende en drinkende loper kan worden, is ook maar de vraag.

Toch lijkt er nog wel een beetje hoop voor me te zijn. Er zijn namelijk wedstrijden die hun neus ophalen voor plastic bekertjes water en gels langs het parcours. In de fameuze Franse wijnstreek Médoc serveren ze wijn en gastronomisch eten als oesters en biefstuk bij de tussenstops. In de Elzas loop je door de glooiende wijgaarden van de ene naar de andere lokale specialiteit. Ik geloof niet dat iemand hier een pr loopt en misschien is er wel geen marathon waar zoveel mensen uitvallen als deze, maar was meedoen niet belangrijker dan winnen?

1 opmerking:

Anoniem zei

Ik heb genoten van je verhaal, AT